/ by Isabelle Standaert

NAIRY BAGHRAMIAN (G VII)

nameless’ van 25 oktober tot 01 maart 2026 in Wiels (Bx)

In een nieuwe tentoonstelling herschrijft Nairy Baghramian de geschiedenis van de beeldhouwkunst als een geschiedenis van staatloosheid.

In haar solo-expositie ‘nameless’ brengt Nairy Baghramian een ingetogen, maar krachtige hommage aan vergeten geschiedenissen, vrouwelijke voorgangers en de complexe relatie tussen sculptuur, migratie en identiteit. De tentoonstelling vertrekt vanuit een subtiele dialoog met het werk van de Poolse avant-garde kunstenares Katarzyna Kobro, van wie na de Tweede Wereldoorlog nauwelijks twintig werken zijn overgebleven. Baghramian grijpt elementen uit Kobro’s sculpturen aan om haar eigen beeldtaal te bevragen, variërend van geometrische vormen tot sokkels die als podium dienen voor andere werken.

Door deze sculpturale citaten te combineren met verwijzingen naar andere stateloze kunstenaars zoals Isamu Noguchi, Jean Arp en Louise Bourgeois, stelt Baghramian vragen over de (on)mogelijkheid om vaste grond te vinden als kunstenaar zonder vaste plek. Tegelijkertijd wijst ze erop dat het meest logge medium sculptuur– juist iets fundamenteels vertelt over menselijke aanwezigheid, geheugen en verlies.

De werken in de bovenzaal zijn speels én gelaagd. Abstracte vormen verwijzen naar meubels, lichamen of landschappen zonder ze te imiteren. Een Arp-achtig werk is uitgevoerd in soepel blauw schuim in plaats van massief marmer, en een “Noguchi”-sculptuur toont trapeziumvormige snedes in beton, gevat in glanzende stalen structuren. Door klassieke materialen te vervangen door alternatieven als polystyreen, glas en gepolijste metalen, transformeert Baghramian haar werk tot iets dat tussen tastbaar en ongrijpbaar zweeft.

Beneden is de toon soberder, bijna meditatief. Grote witte muren hellen naar elkaar toe en beperken het zicht, waardoor bezoekers gedwongen worden te vertragen. Werken verschijnen pas in de luwte, aan de achterkant of onder hoekige doorkijkjes. Glasstructuren, neonroosters, breekbare kleurverlopen en afgebrokkelde texturen suggereren kwetsbaarheid, instabiliteit, soms zelfs stilte. Deze opstelling benadrukt het onzegbare, en wat zich buiten taal afspeelt – zoals de titel nameless al aangeeft.

Hoewel Baghramian als dochter van Armeense ouders, geboren in Iran, opgegroeid als vluchtelingen Oost-Berlijn, nooit expliciet over haar persoonlijke geschiedenis spreekt, is het voelbaar dat haar werk diep geworteld is in ervaringen van ontheemding, verlies en herinnering. In één werk komt dit pijnlijk dichtbij: tijdens het maken van een sculptuur met verbrand schuim keert onverwacht een herinnering terug aan haar moeder, die sprak over de brandwonden van een vermoorde vriend. Het laat zien hoe materiaal en biografie niet los van elkaar bestaan, en hoe ook abstracte kunst doordrenkt kan zijn van het persoonlijke en politieke.

Met ‘nameless’ bevraagt Baghramian op ingetogen wijze de rol van sculptuur als drager van verleden, identiteit en collectieve herinnering. Door vormen, materialen en referenties los te weken van hun context, nodigt ze de toeschouwer uit tot aandachtig kijken, tot aarzeling en herinterpretatie. In een wereld waarin zoveel vast lijkt te staan, verkent Baghramian juist het tussengebied, dat wat geen naam heeft, maar des te meer betekenis draagt.

Learn more